Op 25 maart 2010 heeft de Privacy Commissie besloten om aan vastgoedmakelaars aangesloten bij het BIV digitale toegang te geven tot bepaalde gegevens van het kadaster. Het kadaster is een openbaar register dat ondermeer gegevens bevat betreffende de identiteit van de eigenaar, de exacte beschrijving en verbonden kadastraal inkomen van een onroerend goed. De concrete implementatie van deze machtiging staat nog niet op punt.
Op 25 maart 2010 heeft de privacy commissie beraadslaagd over de  digitale toegang van vastgoedmakelaars tot de gegevens van het kadaster.  
 
 Het BIV (Beroepsinstituut Vastgoedmakelaars) had hiertoe een aanvraag  ingediend op 26 november 2009. De reden hiervoor ligt in de verplichting  van de vastgoedmakelaar om de uitvoerbaarheid van de zaak die deze  bemiddelt na te gaan (o.a. controle van eigendomstitel, hoedanigheid van  eigenaar, enz.), evenals de identiteit, hoedanigheid en exacte  personalia van zijn opdrachtgever. Alhoewel het authentieke bewijs van  vastgoedeigendom geleverd wordt door het hypotheekregister, bleek de  toegang tot het kadaster nuttig voor de uitoefening van deze controle  plicht.
 
 De toestemming van de privacy commissie voor dergelijke toegang was  vereist omdat de privacywet niet alleen van toepassing is op de  semi-openbare registers, maar sinds de omzetting van de richtlijn nr.  95/46EG betreffende “de bescherming van natuurlijke personen in verband  met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het verkeer van  die gegevens”, ook op de wettelijk openbare registers, zoals het  kadaster.
 
 De privacy commissie heeft besloten dat makelaars aangesloten bij het  BIV onder bepaalde voorwaarden toegang krijgen tot sommige kadastrale  gevens, nl. (i) identificatiegegevens van eigenaars van een goed, (ii)  gegevens betreffende de reële rechten die een goed bezwaren (iii)  beschrijving van een goed, (iv) kadastraal inkomen en (iii) het  kadastraal plan.
 
 De makelaars krijgen niet de mogelijkheid om de gegevens elektronisch  te bewaren en een papieren versie mag slechts bewaard worden voor het  beheer van hun beroeps- of deontologische aansprakelijkheid, uitsluitend  gedurende de termijn waarin rechtszaken tegen hen ingesteld zouden  kunnen worden. Bovendien moet de makelaar van zijn opdrachtgever de  toestemming krijgen om deze informatie in het kadaster te consulteren.  Deze instemming wordt best voorzien in de bemiddelingovereenkomst die  tussen hen wordt gesloten.
 
 Deze digitale toegang is nog niet in werking. Haar concrete toepassing  zal afhangen van de tijd die de informatici van het BIV en het kadaster  nodig zullen hebben om de toepassing ervan te realiseren.
 
 Nota: Zie in dit verband ook het artikel “Herinnering: het KB van 12  januari 2007 - dwingende gevolgen voor de vastgoed  bemiddelingsovereenkomst” in onze nieuwsbrief van december 2009
